Welkom in
Eigenbilzen
        P/a: Hartenberg 2
        3740 Eigenbilzen

IBAN: BE34 7512 0893 3390
Pastoor Jozef Meekers 1942 - 1955
Pastoor Meekers werd geboren te Bree op 5 maart 1897. Hij werd priester gewijd te Luik op 28 maart 1921. Eerst was hij leraar aan het college St Hadein te Visé, vervolgens leraar aan de tegentenschool te St Truiden en daarna kapelaan te Peer.
In 1942 werd hij te Eigenbilzen aangesteld als pastoor door Mgr de Bisschop, als opvolger van pastoor Thewissen.

Pastoor Meekers was een zeer begaafd en verstandig priester, steeds de primus inter paris van zijn klas. Hij was ook technisch zeer onderlegd. Hij bouwde en herstelde radio's als de beste vakman.
Tijdens de oorlog kon er geen sprake van zijn om grote werken uit te voeren aan de kerk. Na het bombardement op de kerk op 10 mei 1940 hadden enkele werklieden van de gemeente er voor gezorgd dat de kerkramen voorzien werden van gewoon glas dat gezien de grote aanvraag moeilijk te verkrijgen was. Pastoor Meekers had tijdens de oorlogsjaren de handen vol. Hij bekommerde zich zeer actief met het lot der minderbedeelden.
Pastoor Meekers, die al jaren over een wankele gezondheid beschikte en na zovel oorlogsleed heldhaftig verdragen te hebben, zag zijn toestand zienderogen verslechteren. Wie ziet de sukkelaar nog strompelend langs de straten stappen en de koorjongens hem ondersteunen bij het bestijgen van de trappen van het altaar?
Pastoor Meekers verliet de parochie op 27 december 1955 om op rust te gaan in zijn geboortedorp Bree. Zijn parochianen brachten hem een dankbare hulde in de gemeentezaal. Tot geschenk ontving hij een draagbaar altaar en een wit misgewaad. In zijn wining te Bree droeg hij dagelijks het H. Misoffer op.
Hij is gestorven te Bree op 22 oktober 1963.
De begrafenisplechtigheid vond plaats te Bree op 26 oktober 1963. Ze werd bijgewoond door vele van zijn oude dankbare parochianen van Eigenbilzen.
Eigenbilzen
Na de bombardementen op de kerk werden door enkele werklieden van de gemeente opruimingen gedaan in de kerk en er werden ook gewone glazen ingezet. Na de oorlog werden ook de drie nieuw geschilderde glasramen in het koor geplaatst, ze waren uit veiligheid tijdens de oorlog bewaard in de kelder onder de sacristie. Zij waren ontworpen door Van Hevele uit Gent. Het middelste stelt Christus-Koning voor, het rechter O.L.V. Ontvangenis en het linker, Johannes de Doper. De toenmalige pastoor was E.H. Jozef Meekers en G. Withofs-Broeders burgemeester, J. Withofs-Swennen voorzitter kerkfabriek. De kinderen Willem Swennen-Martens en G. Swennen-Coenegrachts waren bij de schenkers. De E. H. Meekers liet in 1942 de leerlingen van de vakschool van het H. Hart van Hasselt 12 mooie lusters smeden die hij zelf ontworpen had. Twee grote lusters werden opgehangen in de dwarsbeuk, tussen twee hoofdpilaren, tien kleine tussen de pilaren van de middenbeuk. Voor de uitvoering van de elektriciteitswerken kon de pastoor beroep doen op Withofs Gerard, gemeente elektricien.
In 1944 na de oorlog stond onze pastoor nog enkele beproevingen te wachten namelijk;
A. Het tehuis voor weeskinderen op het kasteel van Zangerij.
In de maand januari van 1944, werd er een tehuis voor kinderen, in het kasteel van Zangerij opgericht. De eigenaar, baron de Lamberts had het kasteel verlaten en was te Brussel gaan wonen. De bewaking van het kasteel had hij toevertrouwd aan Cornelis Stulens (1892-1961).
De inboedel van het kasteel bevond zich in de kelders waar Cornelis toezicht op had. E.H. Bernard Claesen, oud bestuurder van de technische school van St. Jansberg te Maaseik, werd als rector van het kindertehuis, door Mgr Kerkhofs bisschop van Luik aangesteld. Alles verliep er rustig, tot op de dag dat de geallieerden landen in Normandië; op 2 september 1944 kwam het bevel tot inkwartiering van de Duitse soldaten in het kasteel. Op de dag van de bevrijding, 8 september werd het kasteel ingenomen door de weerstanders en de witte brigade, er werd veel gestolen en vernield tot zelfs in de kelders waar de inboedel van de kasteelheer waren opgeborgen. Ook veel burgers uit de omgeving hebben zich schandalig gedragen en zich aan plunderingen schuldig gemaakt.

B. De ontvoering van talloze parochianen.
het waren droevige en zware tijden voor pastoor Meekers. Op 14 september 1944 werden talrijke parochianen uit hun huizen gehaald en weg gevoerd. Pastoor Meekers als parochieherder zat tussen twee vuren en probeerde het leed te verzachten van de getroffen families.

C. De ontploffing van een vliegende bom in de tuin van de pastorij.
In februari 1945, ontplofte de laatste V bom, dicht bij de pastorij die zeer toegetakeld werd. Ook de huizen van de jonge gezinnen Meesters en Collas werden grotendeels vernield. Het zoontje Paul van het gezin Pierre Meesters - Broeders, nog geen vier jaar oud, verloor er het leven. Bij al die gebeurtenissen stond pastoor Meekers vooraan in de bres om te troosten en  een helpende hand toe te steken.